Waardering:

Als een rat in de val

Wat gebeurt er als je de was staat op te hangen in de tuin van je idyllische dijkhuisje en er komt opeens een vreemde man dreigend op je af. Een man die je beetpakt en naar je tuindeur sleept? Ga je gillen? Smeken? Of wordt iemand dan juist agressief? Simone van der Vlugt stelde zichzelf deze vraag toen zij begon met haar nieuwe boek, Blauw Water.

“Ik heb eens een overval meegemaakt. In een uitzendbureau in Amsterdam. Ik was een jaar of 21 en kwam me inschrijven toen drie mannen binnen vielen. Ze wilden in de kluis. Ik had misschien best wel het alarmnummer kunnen bellen, maar ik durfde gewoon niet. Ik dacht: gaan jullie je gang maar. Het viel me wel tegen hoe heldhaftig ik was”.

In Blauw Water wordt een jonge moeder verrast door een ontsnapte tbs’er. De vrouw voelt zich volledig in het nauw gedreven, want binnen op de bank zit haar dochtertje. “Als je kind erbij betrokken is, ben je als moeder lam gelegd. In je eentje ben je misschien bereid risico’s  te nemen en er vandoor te gaan. Maar niet met je kind. Dan laat je dingen toe, die je anders nooit zou doen”, weet Simone van der Vlugt zeker.

In haar beschrijvingen over hoe ver die moeder bereid is te gaan om haar dochter te beschermen, gaat Simone van der Vlugt ver. Nooit eerder heeft zij een zo gewelddadig boek geschreven. Moord, herhaaldelijke verkrachting, psychische terreur, zij draait er haar hand niet voor om. “Direct geweld past bij dit onderwerp. Je voelt gewoon vanaf het begin dat het mis móet gaan. Het zou flauw zijn om te schrijven dat die tbs’er de beste maatjes wordt met zijn gijzelaars. Veel gevallen zijn in werkelijkheid net zo rauw en gewelddadig als in Blauw Water. Het is toch ook geen feel good book? Het is een thriller”.

De vrouw en haar dochter vallen in de handen van de tbs’er die tijdens zijn verlof de benen heeft genomen. Simone van der Vlugt is op het idee gekomen door de vele krantenberichten over ontsnappingen. “Er was een niet aflatende stroom berichten. Dan is het logisch dat er iets over verschijnt. Sterker nog, het verbaast me dat er niet eerder en meer over is geschreven”.

Maar alleen een gijzeling en alle ijzingwekkende belevenissen is volgens Simone van der Vlugt niet genoeg. “Dat is te statisch. Dan wordt een boek langdradig”. Daarom komt een verdwaalde journaliste op het moment van de gijzeling bij het dijkhuisje aan. Ze ziet door het raam de man met het mes en slaat op de vlucht. Maar in haar auto op de smalle dijk probeert zij haar mobieltje te pakken. Gevolg: ze verliest de macht over het stuur en rijdt het blauwe water in. Ze overleeft het ongeluk, maar kan zich er niets meer van herinneren. “Ik vind het zelf ook griezelig om langs het water te rijden. Helemaal als je achterin een tweedeurs auto zit. Dat vind ik zo eng. Je zit als een rat in de val als het misgaat”.

Ook op een andere manier kwamen voor Simone van der Vlugt fantasie en werkelijkheid akelig dicht bij elkaar. “Het gebeurde net toen ik het boek af had. Opeens stond de politie op het terras in de tuin. Het bleek dat er een man in de buurt was, die huizen probeerde binnen te sluipen. Een handlanger belt aan en terwijl je aan de deur staat te praten, komt die ander via de tuin binnen. Dan is alles geen fictie meer, maar kan het zo maar gebeuren. Ja, ik heb nu alles goed op slot”.
Uit een dergelijk incident blijkt wel hoe dicht Simone van der Vlugt met haar boeken bij de gewone werkelijkheid wil blijven. De lezer moet zich in het boek kunnen herkennen. “Het is belangrijk dat ik mij vereenzelvig met de hoofdpersoon. Dan schrijf ik het boek vanuit mezelf”.

Uitgeverij Anthos heeft er voor gekozen om 100.000 exemplaren van Blauw Water te drukken. Dat is voor Nederland een ongekend grote oplage. “Ja, heel stoer vind ik dat”, zegt Simone van der Vlugt met een lach. “Ik ben er best trots op. Vier jaar geleden liep ik nog te leuren met mijn eerste thriller, De Reünie. Ik herinner mij de afwijsbrieven van de uitgevers nog. Het is zo snel gegaan”.

Toch neemt Simone van der Vlugt het risico om eens van genre te wisselen. Het volgende boek is nog een echte thriller, maar daarna waagt zij zich aan een historische roman. “Het wordt steeds moeilijker om een origineel plot te schrijven. Soms heb ik het gevoel dat ik alles langs heb zien komen. Het moet geen kunstje worden. Ik moet het zelf leuk blijven vinden om te schrijven, anders lezen mensen het er aan af. De roman speelt in de zestiende eeuw. De tijd van de Tachtigjarige oorlog. Er gebeurde in die tijd nogal wat, maar het is niet de bedoeling dat het een spannend boek wordt. Er komt niet iets als ‘historische thriller’ op de omslag te staan”.