Waardering:

marion pauw vertellenEvangelische doofpot

Een jonge vrouw vlucht van huis, waar haar ouders lid zijn van een streng religieuze gemeenschap. Op kamers in Amsterdam proeft zij van het echte leven. Als zij een relatie met een getrouwde man krijgt, raakt zij echter zwanger. Na een abortus twijfelt zij aan alles en iedereen en gaat zij terug naar de geheimen van haar jeugd. In haar voorlopig laatste boek gunt Marion Pauw de lezer een blik achter de schermen van een evangelische jeugd. ‘In die kring gaat het om vergeven. En daardoor verdwijnt er veel in de doofpot’.

Foto Ed Coenen
Foto Ed Coenen

In haar nieuwe boek, We moeten je iets vertellen, kiest schrijfster Marion Pauw voor een vrouwelijke hoofdpersoon, die zelf ook schrijfster is. En hoofdpersoon Kathelijne wendt zich met een zekere regelmaat rechtstreeks tot de lezers. Dat is een nogal ongebruikelijke vorm in een boek: een schrijver die zich rechtstreeks tot zijn of haar lezers wendt. Vergelijkbaar met Kevin Spacey in de Amerikaanse tv-serie House of Cards. Spacey draait zich naar de camera en legt de kijker uit wat de ontwikkelingen eigenlijk allemaal betekenen en wat de motieven van de spelers zijn in het verhaal over de politiek in Washington DC.
‘Ik wilde een superpersoonlijk boek schrijven door de lezer rechtstreeks aan te spreken’, vertelt Marion Pauw op het terras van Vondel CS; het prachtige café aan de rand van het Amsterdamse Vondelpark. ‘Het lezen van een boek is volgens mij toch een heel intiem moment. Als het goed is zit de lezer in een cocon met het verhaal. Ik wil met dit boek en deze manier van schrijven de lezer dichterbij proberen te halen’, aldus de schrijfster.
Hoofdpersoon Kathelijne in haar nieuwe boek ziet tot haar verrassing haar eerste publicatie uitgroeien tot een onverwachte bestseller. Vervolgens worstelt zij met het schrijven van een tweede boek; een worsteling die zij maar niet lijkt te kunnen afsluiten. Haar relatie met een getrouwde man helpt daar ook niet bij. Als die relatie uit loopt op een zwangerschap en abortus, wijst zij haar minnaar de deur. Door het trauma komen beelden uit haar jeugd terug en gaat zij op zoek naar de geheimen uit die jeugd in een streng evangelische gemeenschap, waarbij zij opnieuw contact komt met de kerk, haar leiders en ook haar ouders. Dat contact verloopt moeizaam. Langzaam ontrafelt zij de feiten die zo lang geheim zijn gebleven.
Pauw weet waar zij over schrijft; ze heeft het deels zelf meegemaakt. ‘Ik heb de laatste jaren, dat ik thuis woonde, met mijn ouders in een evangelische gemeenschap geleefd. Ik ging mee naar de kerk en heb ook in het winkelcentrum meegewerkt aan evangeliseren. Dat betekent mensen aanspreken, folders uitdelen. Ja, ik weet dat het niet ‘cool’ is om lid te zijn van zo’n religieus gezelschap. Het staat niet stoer. Ik voelde me op dat winkelcentrum echt een sukkel’.
Binnen die gemeenschappen bestaat volgens de auteur een cultuur van vergeving, waardoor er veel – zo niet alles – onder het tapijt wordt geschoven. ‘Er is een soort vergevingsritueeltje. Ze gooien de zonden in het diepst van de zee en waarom zou jij je er dan nog over buigen. Christus heeft alles toch al vergeven? Hoe groot ook de zonde is, het gaat om vergeven. Punt. Klaar. Dat maakt dat zaken in de doofpot terecht komen. In zo’n setting kunnen geheimen gedijen’.
Toch wil Marion Pauw de evangelische gemeenschap niet verketteren. Integendeel. ‘Het zijn mensen die anders durven te zijn’, zegt zij. ‘Zij doen heel veel uit naastenliefde. Zij gaan bij voorbeeld naar asielzoekerscentra om de mensen te helpen. Er gebeurt in de kringen van gelovigen veel goeds. Daar heb ik respect voor. Ik geloof nog steeds in God, maar niet in de kerk of de bijbel’.
Waarom is zij dan toch weggegaan uit die gemeenschap? ‘Dat was vanwege de controle’, kijkt zij terug. ‘Het is dat christelijke sausje waarmee mensen op de vingers worden getikt’. Maar ze heeft wel al jaren rondgelopen met het idee dat zij iets moest met die tijd uit haar leven. ‘Ik wilde me eerst ontwikkelen als schrijver. Ik moest de goede toon en nuance vinden om het verhaal geloofwaardig neer te zetten. Dat luistert echt heel nauw’.
Het boek ‘We moeten je iets vertellen’ is niet echt een thriller. Geen lijken, achtervolgingen of superspeurneuzen. Het is eerder een roman dan een thriller. Een crossover, denkt Marion Pauw. ‘In een thriller bouw je spanning op. Dat doe je als schrijver met allerlei trucjes. Maar dat is al gauw meer van hetzelfde. En daar ben ik klaar mee. Ik zit niet te wachten op weer een onderzoek, weer een moord, weer een rechercheur. Ik heb geen zin meer in die trukendoos’.
Die instelling hangt misschien wel samen met het feit dat Marion Pauw besloten heeft om een hele lange pauze in te lassen. Zij gaat nu even geen nieuwe boeken meer schrijven. ‘Schrijven is een monomaan proces. Je zit in je eentje te worstelen achter je computer. Je bent geheel geïsoleerd bezig. Dat heb ik jarenlang gedaan. Nu zoek ik naar een iets normaler bestaan’. Zo is zij bezig met het opzetten van een bedrijf om een nieuw product te gaan produceren. Wat dat is wil zij nog niet kwijt. Het moet eerst helemaal klaar zijn om mee te starten. En zij heeft zich gestort op het schrijven van scenario’s. ‘Dan heb je veel contact met je collega-schrijvers, met de regisseur. Dat is socialer dan alleen werken als auteur’.
Er is echter meer dan alleen de eenzaamheid als schrijver. Als het boek af is, is er de ontvangst van het nieuwe werk. ‘Dan lig je bij wijze van spreken naakt op straat. Iedereen vindt iets van je en schrijft dat op’. Niet alleen meningen in de krant kunnen hard aankomen, ook blogs en berichten op sociale media hakken er in. ‘Ik heb op dit boek weer veel reacties gekregen via internet. Positief maar zeker ook negatieve. Ik ben nog nooit zo uitgescholden als voor dit boek. Dat is zo heftig. Dat wil ik niet meer’.
Het einde van een schrijverscarrière?
Nou dat is wel weer te drastisch, aldus schrijfster. ‘Je moet het woordje voorlopig er wel in houden. Dit is voorlópig mijn laatste boek. Misschien begin ik over een tijd weer aan een boek. Maar dat wordt dan een soort cross over. Ik wil wel blijven schrijven over de rafelrandjes van de mens, zoals je doet in een thriller. Maar ik wil niet werken met valse spanning, met trucjes. Een boek moet iets toevoegen aan het genre’.

anthosBestel dit boek direct van de uitgever via deze link.