Waardering:

Foto Ed Coenen‘Waarom doe ik dit’

De populariteit van de Scandinavische thrillerauteurs strekt zich zelfs uit tot IJsland, het eiland dat vooral bekend is vanwege geisers en failliete banken. Van die toegenomen belangstelling profiteert Yrsa Sigurdardottir. Toch schrijft zij anders, vindt zij zelf. ‘Mijn hoofdpersoon is geen dronken rechercheur van middelbare leeftijd, maar ik schrijf wel met een zekere vorm van realisme’.

Aan een nieuw boek beginnen, is voor Yrsa Sigurdardottir – in een vertaling zou de naam ongeveer Yrsa dochter van Sigur betekenen – elke keer weer een avontuur. Opwindend, heel erg leuk. Na haar gewone werk naar de studeerkamer achter de computer zitten en schrijven. Dat is haar leven. ‘Het gezin wéét dat ik schrijf en neemt het werk in huis gewoon over.’

De schrijfster lacht vrolijk in het Krasnapolsky-hotel in Amsterdam. Zij is in Nederland voor haar werk als ingenieur. Ze bezoekt een seminar over haar vakgebied en neemt de gelegenheid te baat om wat mensen te spreken over haar boeken. Twee vliegen in een klap.

‘Maar als de deadline nadert, als ik het manuscript moet inleveren, dan heb ik enorme stress. Is het wel goed genoeg. Dan denk ik vaak bij mezelf: Waarom dóe ik dit.’ Weer die relativerende lach. In een klein land als IJsland kennen de mensen elkaar, maar als zij uit eten gaat of wat gaat drinken wil zij liever niet bekend zijn. ‘Dan wil ik niet met dronken mannen over mijn boeken praten.’

Met haar verhalen heeft zij het geluk dat overal ter wereld de Scandinavische auteurs goed verkopen, geeft zij zelf toe. ‘Daar hebben wij ook als IJslanders baat bij. Maar ik schrijf wel anders dan Zweedse of Noorse auteurs. Mijn hoofdpersoon is geen dronken rechercheur van middelbare leeftijd. Ook schrijf ik niet over sociale problemen, maar over de problemen van mensen. Anorexia, of plastische chirurgie.’

Haar boeken hebben een donkere inslag, bijna duivelse krachten van het kwaad lijken de schuldigen. Maar dan blijken het toch mensenhanden te zijn die zich aan anderen hebben vergrepen. ‘Als mijn personages en de setting maar goed aanvoelen, dan blijven de lezers er wel in geloven’, zegt zij. Haar hoofdpersoon is Thóra, advocaat, een gescheiden moeder van twee kinderen. Een echte IJslandse vrouw, die door hard werken alles draaiende probeert te houden. Haar zoon is een tienervader. Zij runt samen met een oudere partner een advocatenkantoor en raakt daardoor betrokken bij vreemde misdaden.

‘Natuurlijk zijn die misdaden niet echt gebeurd. Misdaad in IJsland is gewoon saai. Andere landen zijn gewelddadiger. Bij ons heeft niemand een vuurwapen in huis. Wij zijn een rustig volkje. En het is toch een eiland en de criminelen die er zijn, worden altijd gepakt.’

En met een plotselinge felheid: ‘Behalve de bankdirecteuren. Die zitten niet achter de tralies. De meeste wonen in Londen. Of Luxemburg. Daar is veel boosheid over in IJsland. Wij willen ook gerechtigheid net als de gedupeerden hier en in Engeland. Ook in IJsland hebben veel mensen al hun geld verloren. De werkloosheid is snel gestegen. Er zijn heel veel mensen naar Noorwegen vertrokken om werk te vinden. De dokters zijn vertrokken. De belastingen zijn omhoog gegaan. Misschien wel te ver omhoog. Het is niet leuk op dit moment in IJsland.’

Terug naar haar spannende boeken. Waarom is zij van kinderboeken overgestapt op het schrijven van thrillers? ‘In kinderboeken is er altijd humor en dat word je op een gegeven moment moe van. Het is moeilijk om altijd de leukste te moeten zijn. Bovendien moet je in kinderboeken altijd voorzichtig zijn, terughoudend. Daarom ben ik overgestapt naar schrijven voor volwassenen. En ik wil boeken schrijven, die ik zelf leuk vind om te lezen.’

Haar favorieten? Ruth Rendell, Jonathan Kellerman, Minette Walters, Ian Rankin, Michael Connelly. Maar ook klassiekers als Raymond Chandler, Alistair MacLean en Desmond Bagley. ‘Ik lees niet veel literaire fictie. Dan kan ik het ook niet schrijven. Ik geniet er niet genoeg van. Je moet er echt helemaal van genieten. Van je onderwerp en van je genre. Anders gaat het je niet lukken een goed boek te schrijven.’

Voor het geld heeft Yrsa Sigurdardottir niet voor het thrillergenre gekozen. Dat zou niet werken, daar is de IJslandse van overtuigd. ‘Schrijven voor het geld werkt niet’, zegt zij. ‘Je moet respect hebben voor wat je doet. Je moet trots kunnen zijn op het resultaat. Schrijven doe je voor jezelf. Maar ja, als het eenmaal is gepubliceerd, wil je ook dat mensen het lezen en het leuk vinden.’

‘Hoe leuk schrijven ook is, ik zou het nooit fulltime willen doen’, vervolgt de schrijfster. ‘Dat lijkt me zo eenzaam. Ik wil met mensen in contact komen, in groepen werken. Ik zou misschien wel minder willen werken als ingenieur, maar dat kan als partner in het bedrijf niet. Afhankelijk zijn van het verkopen van boeken lijkt mij overigens niet prettig. Het geeft meer stress. De druk neemt toe als je er van moet leven. Het is beter als ik het kan blijven combineren.’