Waardering:

Van dure losbol tot sociaal dier

Het is zo langzamerhand wel bij iedereen bekend dat in het buitenland anders tegen softdrugs wordt aangekeken dan hier. Wie met een zak wiet wordt opgepakt in India kan weten dat er een lange gevangenisstraf dreigt. En zeker als het om hard drugs kennen de landen in het Verre Oosten geen medelijden. De doodstraf is daar geen uitzondering. Ariane Meijer gaat zo ver niet in haar thriller, Wit goud. Haar Amsterdamse losbol Donia Fisher komt in de gevangenis van Goa terecht en gaat daar door een hel. De beschrijving van die hel – de hitte, stank, corruptie en het totale gebrek aan privacy – vormt het hoogtepunt van het boek.

Donia Fisher is de weduwe van een geliquideerde zakenman. Zij komt er na zijn dood achter dat hij de bankier van een groot drugssyndicaat was. In het vorige boek gaat Donia met haar dochter Julia op zoek naar de moordenaar. In Wit Goud bezoekt Donia haar dochter die inmiddels met haar Indiase vriend en dochter Maxime in Goa woont. Daar blijkt dat die vriend en zijn vader drugshandelaren zijn die cocaïne naar Nederland smokkelen. Sterker nog, Gidon, de geliquideerde man van Donia Fisher, werkte voor de twee. Omdat Donia te veel vragen stelt over de twee, wordt zij er in geluisd. Bij een politie-inval in een restaurant vinden agenten een zakje wiet tussen haar boodschappen en Donia draait de cel in.

Vooral de scènes uit Goa, de enorme tegenstelling tussen het blinkende goud van de drugshandelaren en de stinkende hel van de gevangenis weet Ariane Meijer levendig te beschrijven. Haar Amsterdamse losbol en ‘shopaholic’ wordt door de ervaringen een sociaal mens, die zich de ellende van anderen aantrekt. Het boek is vlot geschreven waarin leuke momenten het zware drama afwisselen. Het is dan wel jammer dat het plot niet helemaal geloofwaardig is. Welke verwende huisvrouw uit een villa in Amsterdam weet een internationale drugsbende aan te pakken? En bovendien met succes een zeer geharde beroepscrimineel achter de tralies te krijgen? De losse eindjes in het boek worden in de laatste 15 bladzijden in sneltreinvaart aan elkaar geknoopt maar het is de vraag of de knoop wel erg goed is. Dat neemt overigens niet weg dat Wit Goud een lekker leesboek is voor op vakantie. Kijk dan als toerist ook eens naar de oude forten, die zijn omgebouwd tot gevangenissen. En weet dat de nodige jonge Nederlanders daar jaren van hun leven moeten doorbrengen.

Zoals Ariane Meijer zo mooi beschrijft: vanuit hun cellen kunnen de mannelijke gedetineerden over zee uitkijken hoe de bootjes met toeristen langs varen. De vrouwen mogen niet uit hun kooien komen waar ze met vier personen in zitten. Dat weten de toeristen allemaal niet. Met blije gezichten zwaaien zij naar de mensen die uit de ramen kijken en nemen foto’s van het prachtige fort. Zonder zich een moment af te vragen wat er achter die muren gebeurt. De ellende gaat aan hen voorbij. De Europeanen, Amerikanen, Australiërs gaan terug naar hun luxe hotel, laten zich op een ligstoel vallen en nemen een fris drankje. Donia Fisher drinkt wat lauw water uit een emmer, wetend dat zij er ’s nachts weer darmkrampen van krijgt en in een gat in de grond haar behoefte moet doen terwijl iedereen om haar heen zit. Ariane Meijer weet die absurde situatie in haar boek beeldend en haarscherp te treffen.